Het einde van het schooljaar nadert. Voor mij altijd even een moment om terug te denken aan de schoolverlaters van vorig jaar. Zouden ze de brugklas goed zijn doorgekomen, stromen ze door op hun niveau en het allerbelangrijkste: hebben ze het naar hun zin?

Wij hebben het geluk dat veel brugklasleerlingen ook aan ons denken en graag eens terugkomen voor een praatje. Zo horen wij met regelmaat hoe het eerste jaar op ‘de grote school’ verlopen is.
Opvallend vind ik vaak de verhalen van de leerlingen die bij ons vertrokken zijn met een havo/vwo en vwo advies. De brugklas is met name voor deze leerlingen een jaar met heel veel hobbels, die niet door allemaal goed genomen kunnen worden.

Het plannen van huiswerk, toetsen en werkstukken tussen alle andere belangrijke zaken door zoals sport, vrienden maken en Netflix valt echt niet mee. Hoe pakken ze dit aan? Hoe zorgen ze ervoor dat hun project, dat over 3 weken klaar moet zijn, ook af is en ze niet de dag van tevoren in de stress schieten?

Vaak hoor ik dat deze leerlingen door schade en schande wijzer worden. Niks mis mee zou je denken. Maar wel als deze leerling hierdoor moet afstromen naar een niveau lager.

Vanuit de basisschool en de infomomenten bij het voortgezet onderwijs krijgen ouders en kinderen mee dat ze het eerste jaar geholpen worden met het ‘leren leren’ en organiseren van hun planning. Helaas blijkt in de praktijk dat veel havo-vwo leerlingen vanaf de derde week het zelf moeten kunnen. Ze hebben tenslotte een niveau waarbij je zou kunnen verwachten dat ze dit ook oppikken. Ik denk dat vooral bij dat laatste een misverstand ontstaat. Deze leerlingen hebben over het algemeen 8 jaar lang op de basisschool lekker mee kunnen komen. Ze hebben vlot leren lezen, rekenen, schrijven, zonder al te veel moeilijkheden. De ervaring, dat iets echt moeilijk is en hoe hiermee om te gaan, dàt hebben ze niet opgedaan.

Maar dan start na de zomer de brugklas: 14 bevlogen docenten die allemaal hun vak goed verstaan en het belangrijk vinden jou er veel over te laten weten. Elke dag 6 tot 7 uur les, naar huis met een tas vol huiswerk, en de eerste SO’s en proefwerken zijn opgegeven. Hoe zet je zoiets weg in tijd die je na school hebt tussen sporten en vrienden door? Welke manier van studeren past bij je? Hoe pak je dit allemaal aan?

Ikzelf heb heel wat weken nodig om een nieuwe routine eigen te maken. En in mijn omgeving zie ik dat meer mensen dat hebben. Dus waarom deze leerlingen niet?

Hoe kunnen we van hen verwachten dat ze het met de herfstvakantie allemaal wel eigen gemaakt hebben? Toch doen we dat, want na de vakantie gaat de trein volop lopen. Voor sommige leerlingen is dit veel te snel, zij zijn nog aan het stoeien met hun routine. Ze komen er zelf nog niet uit. Gevolg: de eerste onvoldoendes dienen zich aan. Er komt een gesprek met de mentor, ouders gaan stimuleren, al dan niet met de zin: ‘je moet er wel iets voor gaan doen hoor!’

Terwijl de meeste leerlingen hun uiterste best doen om de juiste weg te vinden. Helaas worden zij keer op keer geconfronteerd met het feit dat ze weer iets over het hoofd hebben gezien. Met als gevolg dat ze toch echt vanavond nog even 75 plaatsen voor topo in hun hoofd moeten knallen, maar ook nog wiskunde moeten maken.. Deze leerlingen blijven worstelen en weten vaak niet hoe ze om hulp kunnen vragen. Want ja, dàt was op de basisschool niet nodig, het ging allemaal vanzelf.

In de regel verliezen deze leerlingen tegen het voorjaar hun motivatie, zijn niet vooruit te branden en accepteren hun onvoldoendes. Rond de meivakantie vindt dan vaak een gesprek plaats tussen de leerlingen en hun ouders (die ook moe gestreden zijn) en school en valt het besluit om af te stromen.

Begrijp me niet verkeerd: ik vind het prima dat er een afstroom mogelijkheid is, elke leerling moet tenslotte op een plek zitten die bij hem of haar past. Maar als we na acht jaar basisschool een advies havo/vwo geven, en een leerling moet binnen één schooljaar afstromen richting Vmbo T of K, dan ga ik mezelf vragen stellen. Hebben we het dan als school zo verkeerd ingeschat? Of moeten wij ons onderwijs gaan aanpassen?

Voor ons lag het antwoord bij de laatste vraag: Ja, wij moeten ons onderwijs aanpassen.

Ik heb het geluk gehad kennis te mogen maken met het lesprogramma Huiswerk Bikkels van Bikkeltrainingen. Zij hebben een methode ontwikkeld rondom huiswerk en studievaardigheden. Deze methode, Huiswerk Bikkels, is speciaal geschreven voor de leerlingen uit groep 7 en 8 en de eerste jaren van het VO.

Voor ons is dit de ideale methode die past binnen ons lessysteem. Op deze manier kunnen we alle kinderen beter voorbereiden op de overstap richting het VO. We leren ze plannen, we leren ze verschillende studievaardigheden, zodat ze ontdekken welke leerstijl het beste bij hen past.
Ze krijgen bij ons de tijd om zonder druk zich een routine eigen te maken. Ook ouders worden door ons hierbij betrokken, zodat zij ook een beeld krijgen hoe hun kind dat het beste kan aanpakken in de brugklas.

Ik hoop dat ik over een tijdje de verhalen van de leerlingen weer mag horen en dat ze me kunnen vertellen dat ze hard hebben moeten werken in het eerste jaar, maar dat de juiste manier van plannen en studeren ervoor heeft gezorgd dat ze de motivatie vast hielden, en vol zelfvertrouwen het eerste jaar op het VO hebben kunnen afsluiten en dat we concluderen: Ja, dit is het niveau dat bij je past!